In deze doos zitten vier kleine kartonboekjes waarop telkens een peuterhand staat met uitgestanste vorm: een cirkel, een driehoek, een vierkant en een halve cirkel. In de boekjes staan allerlei voorwerpen die deze vorm hebben.
Laat je peuter zelf één van de boekjes uitkiezen en ga het samen ontdekken! Laat je peuter met zijn vinger over de uitgestanste vorm gaan en benoem deze vorm. Laat je peuter bladeren in het boekje en benoem wat er te zien is. Bekijk ook de verbanden tussen de twee pagina’s en maak daar een verhaal mee. Bijvoorbeeld:
De uil! De uil heeft grote, ronde ogen. Oehoe! Oehoe! En hier is een boom. Zie je de uil in de boom? Kijk, ik zie zijn grote, gele, ronde ogen! Oehoe, oehoe! Ogen open, ogen toe! Kan jij dat ook?
De kaas! Een heerlijk driehoekig stukje gatenkaas. Dat leggen we op onze boterham. Wat leggen we nog meer op de boterham? Hm, lekker! Smullen maar…
De kikker! De groene kikker, kwaak kwaak kwaak! Zie je hem zitten achter deze steen? Hij heeft zich verstopt! Zie je zijn oogjes? Waar zijn jouw ogen?
De handdoek! Deze geruite keukenhanddoek is vuil! Hij moet in de was…. Kijk, de was in deze vierkante wasmachine draait rond en rond… Kan jij rondjes draaien met je handen?
Ga op zoek naar voorwerpen in de omgeving die dezelfde vorm hebben als in de boekjes: kijk, benoem en vergelijk! Sorteer de voorwerpen volgens vorm bij het boekje met dezelfde vorm.