Dit boek gaat over jou
In ‘Dit boek gaat over jou’ komt op elke bladzijde een ander lichaamsdeel aan bod: je trippeltrappelteentjes, mijn zachte lippen op je buik, je snifsnuivend neusje om neuze-neuze mee te doen. Het gaat door tot bijna alle lichaamsdelen zijn benoemd, besnuffeld, geknuffeld en het kindje rustig in zijn bed ligt.
Speel- en voorleestips
Dit boek wijst zichzelf uit. Als je alles doet met de bijbehorende geluiden zoals beschreven in het boek, heb je een leuk voorleesmoment én een heel intiem knuffelmoment met je kindje. Wat kan je allemaal doen met je handen? Je mond? Je neus? Trek samen gekke bekken of laat je vingers als spinnetjes over het lichaam van je kindje kriebelkruipen.
Flapper en wapper met je handen in de lucht en vertel dit gedicht van Joke van Leeuwen terwijl je je handen laat uitbeelden wat je zegt.
Flapperhandjes, wapperhandjes
aai- en zwaai- en zwabberhandjes
wapper die hier
wapper die daar
klap er die tegen mekaar
Wriemelhandjes, kietelhandjes
klets- en krab- en kriebelhandjes
kietel me niet
kietel me wel
au! Je knijpt in mijn vel.
aaihandjes
aaaaaaaaaai
waar is de pijn gebleven?
aaihandjes
aaaaaaaaaai
de pijn is weggewreven
