Tip Cover van Groot en klein
Auteur
Jane Ormes
Uitgeverij
Ploegsma, 2019

Groot en klein

In dit kartonboekje met doorkijkgaatjes worden verschillende tegenstellingen in beeld gebracht: veel vogels samen in de boom tegenover een vogel alleen op de grond, de kuikens zitten binnen in het kippenhok en moeder kip loopt buiten rond, of een muisje hoog in het koren en een muisje laag bij de grond…

Speel- en voorleestips

Vertel wat er op elke bladzijde te zien is: benoem de dieren en wat ze doen en waar ze zijn: de eekhoorn slaapt in de boom, zijn lange pluimstaart helemaal opgekruld als een dekentje over hem heen. Waar slaap jij? Deze eekhoorn is wakker! Hij springt en loopt over de tak, op zoek naar iets lekkers. Kan jij ook lopen en springen als een eekhoorn? Laat de vinger van je peuter over de afbeeldingen glijden terwijl jij vertelt en benoemt: ‘Kijk, de giraf is groot en heeft een lange lange nek! De bijtjes vliegen uit de kast, op zoek naar een heerlijke bloem! Wie heeft al die appels opgegeten? Ik lust ook wel een hapje!’

Doe een ‘doe alsof’-spelletje: pluk de appels en neem om de beurt een hapje. Zing ook liedjes over de dieren die er te zien zijn. Speel de tegenstellingen na met knuffels of speelgoeddiertjes. Bouw met kussens, blokken of lege kartondozen een dierenbos en geef de knuffels of speelgoeddiertjes allemaal een plekje. Benoem waar je de dieren zet: de egel zit naast de doos, de beer zit hoog op de doos, het varken zit laag in de doos, … Als alle dieren een plekje hebben kan je vragen: ‘Waar is … ?’ Zo oefen je speels nieuwe woorden en begrippen in.

De dieren spelen verstoppertje! Laat je peuter zijn ogen dicht doen en neem één diertje weg. Ogen open: wie heeft zich verstopt? Of verstop een diertje en laat je peuter zoeken. Geef aanwijzingen door ‘warm’ te zeggen als de peuter dicht bij de vindplaats is, en ‘koud’ als de peuter ver van de vindplaats is.