Mijn eerste voelboek
In dit stevige kartonboek worden op elke bladzijde thematisch woorden aangeboden die aansluiten bij de leef- en belevingswereld van jonge kinderen: ik eet, ik slaap, ik speel, … Het is erg boeiend om naar te kijken en uitnodigend om te betasten: de deken is lekker zacht, de spons erg ruw en je vingers blijven kleven aan de plakkerige boterham vol chocopasta!
Speel- en voorleestips
Volg je kind goed wanneer het door het boek bladert. Waar kijkt hij naar? Waar voelt hij aan? Benoem die dingen. Zeg niet enkel wat het is, maar beschrijf ook de kleur, de vorm, waar je het ziet, wat je ermee kan doen, of je kindje het zelf ook heeft, enzovoort.
Als je kind niet spontaan gaat meevoelen, kan je hem uitnodigend aanmoedigen: “Kijk, een mooie bruine jas! Voel maar hoe zacht hij is.” Of ook: “Hier is een zachte perzik. Hmm, lekker. Gaan we proeven?”
Doe een doe-alsof spelletje en ga proeven van alle groenten en fruit, van alle dingen die op tafel staan.
Bij de voertuigen en de dieren kan je geluiden maken, en bewegingen met je handen imiteren: de slang kronkelt en sist, de hond blaft en hijgt en likt met zijn natte tong!
Ik zie ik zie wat jij niet ziet
Ga op zoek naar dieren, voorwerpen, kledingstukken, groenten en fruit, speelgoed, … dingen die ook in het boek zijn afgebeeld. Toon een voorwerp en vraag je kind op zoek te gaan naar hetzelfde voorwerp in het boek. Of omgekeerd: wijs een voorwerp aan in het boek, en laat je kind op zoek gaan naar dat voorwerp in de huiskamer.
