Wie woont er in deze straat? Elk huis is een puzzelstuk, aan twee zijden bedrukt. Zo kan je met de puzzelstukken een heel hoog huis of een cijfertoren bouwen. Wie woont er in huis nr. 1? Wat doen de beren in de keuken?
Klop bij elk huisje op de deur:
Klop-klop-klop, wie woont er hier? Ben jij een mens of misschien wel een dier?
Gluur door het open raam naar binnen en laat je kindje raden!
Op nr. 1 woont de krokodil:
De krokodil zit in bad
en spettert je helemaal nat!
De krokodil…
bijt in je bil!
Op nr. 2 wonen twee beren. Die zijn broodjes aan het smeren!
Ik zag twee beren broodjes smeren,
O, dat was een wonder.
Het was een wonder, boven wonder,
dat die beren smeren konden.
Hi hi hi, ha ha ha!
Ik stond erbij en ik keek er naar…
Op nr. 3 wonen 3 aapjes:
Ik zag drie apen, lekker spelen,
O, dat was een wonder.
Het was een wonder, boven wonder,
dat die apen spelen konden.
Hi hi hi, ha ha ha!
Ik stond erbij en ik keek ernaar.
Verzin zelf nog strofes bij. Vertel bij elk huisje wat de bewoners doen en vergelijk de ruimtes met die van je eigen woning: hebben julie een bad of een douche? Waar is jullie woonkamer en wat kan je daar allemaal zien en doen?
Haal de puzzelstukken uit het boek en maak zo een heel hoog huis! Wie woont er boven? Wie woont er helemaal van onder?