Tip Cover van Op weg
Auteur
Leo Timmers
Uitgeverij
Querido, 2019

Op weg

Een kartonboek vol voertuigen met tandwielen en schuifjes die voor bijzondere effecten zorgen. De kippen leggen eieren (steeds meer en steeds sneller als je sneller aan het tandwiel draait). Trek aan het schuifje en zie hoeveel bagage familie konijn meeneemt of ontdek welke dieren meerijden met de taxi als je aan het tandwiel draait!

Speel- en voorleestips

Ga samen met je peuter aan de tandwielen draaien en trek de schuifjes uit het boek, opzij of omhoog.  De verhalen ontspinnen zich als vanzelf! Alle voertuigen komen in beweging, en het draaien en schuiven zorgt voor grappige wendingen en effecten.
Draai aan het eerste tandwiel en de wielen van de tractor beginnen te draaien. Zing een variant op het lied ‘de wielen van de bus’: de wielen van de tractor draaien rond, draaien rond, draaien rond. De wielen van de tractor draaien rond, als de tractor gaat rijden… Door het draaien aan dat tandwiel beginnen de kippen ook eieren te leggen. Daar kan je het versje van Elly van der Linden opzeggen:

kip
kipje
kippekip
je trippelt rond, trippeltrip
je pikkepikt naar graantjes
stapt trots naar de haantjes
je legt je eitjes in het hok
kom maar kipje: tok tok tok.

Het konijn in zijn worteltjesraceauto rijdt traag of net heel snel, als je speelt met het traag of net heel snel uittrekken van het schuifje. Maak zeker ook een vroammm-geluid!

Twee wormen rijden met een roze cadillac… Die wordt een lange limousine als je langzaam het schuifje opentrekt. Twee wormen worden er drie, vier, vijf, zes! Maak een wormpje van je vinger en kruip kriebelend over het lijfje van je peuter.  Laat er telkens een worm (vinger) bijkomen tot er tien kriebelige wormpjes over heel het lichaam kronkelen. Verzin er een versje bij, dat je telkens uitbreidt wanneer er een wormpje bijkomt: één wormpje kruipt en kriebelt, één wormpje schuift en wiebelt! Twee wormpjes kruipen en kriebelen, twee wormpjes schuiven en wiebelen! Tot tien wormpjes overal kruipen en kriebelen!

Daar komt de tram, tingelingeling! Wie reist er mee? Benoem wie je ziet, vertel wat er gebeurt, maak geluiden!

De familie konijn gaat op reis en neemt heel veel koffers mee! Heb je een lege koffer? Speel het spel: ik ga op reis en ik neem mee…. Stop om de beurten een voorwerp in de koffer, terwijl je zegt: ik ga op reis en ik neem … mee!