Dit is mijn papa!
Wie is de papa van het kikkervisje? Hoe ziet de papa van de kleine slak eruit? Wie is de papa van die mooie rups? Op de ene bladzijde staat het kleintje, op de tegenoverliggende bladzijde vier mogelijke papa’s om uit te kiezen. Op de daaropvolgende bladzijde zie je het kleintje met zijn papa afgebeeld; samen spelend, rollend, etend of slapend.
Speel- en voorleestips
De enige tekst in dit boekje is de steeds terugkomende vraag: ‘Wie is mijn papa?’ en het steeds terugkomende antwoord: ‘Dit is mijn papa!’. Wat er allemaal over de kleintjes en hun papa kan verteld worden, kan je met je eigen kennis en verbeelding invullen. Sommige papa’s zijn makkelijk te vinden, soms hebben ze een heel andere gedaante! Vertel en beschrijf. Stimuleer en moedig aan!
Het kikkervisje wordt kikker: spring als een kikker, hoog en laag. Kwaak als een kikker en zing samen het liedje van de kikkertjes: De kikkertjes, de kikkertjes, zijn aardig om te zien. De kikkertjes, de kikkertjes, zijn aardig om te zien. O kwak, kwak, kwak, O kwak, kwak, kwak... En laat je handen mee kwaken en happen.
De slak heeft een spiraalvormig slakkenhuisje. Volg de vorm van het huisje met je vinger. Maak van boetseerklei een lang worstje en rol dit op tot slakkenhuisje. Maak zo een hele slakkenfamilie, samen met je peuter: grote en kleine slakkenhuisjes, dikke en dunne….
De rups wordt een vlinder. Teken met vingerverf enkele vlinders op het raam en laat je peuter de vlinders verder inkleuren, met zijn vingers en vingerverf!
Wie is de papa van het jongentje? Papa heeft zich verkleed! Duik samen met je peuter de verkleedmand in!
Om af te sluiten kan je dit versje van Miep Diekman opzeggen (en samen spelen en uitbeelden) terwijl je peuter op je schoot zit:
Ikke
hier
op de stoel
met een boel
om me heen
zó,
ik wil
niet meer alleen,
ik wil spelen op jouw schoot
kijk, ik was ineens een boot
en jouw benen zijn de zee
en we waren met z’n twee
op en neer
op en neer
krák, zegt de boot
ik kan niet meer
hè, wat flauw,
nog een keer
