Niets is wat het lijkt in dit telboekje: ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is één donut.
Of is het … als je de bladzijde verder openvouwt zie je één grote kat, met een staart die lijkt op een donut. Zie ik één groene appel, of zijn het twee krokodillen? Eén bloem, of drie haantjes? Een vrolijk en speels telboekje waarin elk voorwerp verandert.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
... is een heel leuk en eenvoudig spelletje. Leg een tiental boekjes uitgespreid voor je neer. Begin met Ik zie ik zie wat jij niet ziet en beschrijf dan een van de boeken. Laat je peuter raden welk boekje je hebt omschreven. Beschrijf de kleur, de vorm, iets opvallends.
Ik tel tot …
Het boekje is ook gewoon een telboek, waarbij de kinderen de voorwerpen in het boek kunnen tellen (tot tien).
Dieren
Alle voorwerpen in het boekje veranderen in een dier: de donut wordt een poes. Beschrijf wat je allemaal ziet: kijk, de poes heeft een lange staart, helemaal opgekruld! De poes is wakker, ze heeft haar ogen open. Ze hoort je: haar oren zijn gespitst! Zullen we de kat aaien? En terwijl jullie samen de poes in het boek strelen, zing je het liedje poesje mauw, kom eens gauw, ik heb lekkere melk voor jou… en voor mij, rijstebrij, oh wat heerlijk smullen wij! Doe dit ook bij de andere dieren; twee krokodillen. Groene krokodillen met scherpe tanden. Au! Zing het liedje Sofie de krokodil, die tatert maar en tatert maar. Sofie de krokodil, haar mondje staat nooit stil! Drie hanen: kijk wat een mooie, grote kammen op hun kop! Kan jij kraaien als een haan? Zing het liedje Boer, wat zeg je van mijn kippen, boer wat zeg je van mijn haan? Hebben ze dan geen mooie veren, of staat jou de kleur niet aan? Boer wat zeg je van mijn kippen, boer wat zeg je van mijn haan?