Een kartonboek met gaatjes nodigt uit om je vinger in de gaatjes te stoppen. Maar pas op! Want wat zijn al die gaatjes? De muil van een hond of een knetterend vuur. Daar stop je best je vinger niet in! Elke bladzijde vormt een aantrekkelijk en uitnodigend geheel op zich. De eerste keer zal je peuter het leuk vinden om bladzijde na bladzijde zijn vinger in de gaatjes te steken. De tweede keer kan je inzoomen op de details en daarbij vertellen en passende liedjes zingen.
Bij de spin in het spinnenweb kan je dit liedje zingen:
Aan een draadje, een heel dun draadje
hangt een grote dikke spin
met van die kriebel krabbelpoten
en een spinneharekin
ze wil je kriebelen, ze wil je kietelen
pas op, daar komt ze aan
ze zakt lager, steeds maar lager
en gaat op je … buikje staan!
Laat terwijl je het liedje zingt je hand langzaam zakken boven de buik van je kindje, terwijl je je vingers beweegt als kriebelende, wriemelende spinnenpootjes. Zing dit liedje opnieuw en opnieuw, waarbij je steeds op een ander stukje van het lichaam landt!
Bij de man met een golvende baard vaart een bootje op zijn snor. Vouw samen een bootje van papier en laat dit varen op je armen en benen, die een wilde, schuimende zee worden!
Steek je vinger niet in dat drolletje! Maar misschien wel in het drolletje dat jullie samen maken! Maak chocoladepudding of chocomousse en doe deze in een spuitzak. Zo kan je een puddingdrolletje op je bord spuiten en opeten…. Met je vingers!