Woef! Woef!
In dit flapjesboek spelen de dieren verstoppertje: wie zit er achter het tuinhek? Wie verstop zich achter de bloempot? Wie zit er in het hok en in de vijver? Wie zit er in de boom? Allemaal verschillende verstopplekjes achter stevige flappen die peutervingers makkelijk zelf kunnen optillen. Achter het blauwe hek zit de hond die vrolijk blaft. Als je goed kijkt zie je de staart van de poes die achter de bloempot met een bolletje wol speelt… Jonge kinderen vinden het heerlijk om steeds opnieuw te kijken wie er achter het flapje zit.
Speel- en voorleestips
Doe de dierengeluiden na en benoem wat er allemaal te zien is. Wat zegt de merel tegen de sprinkhaan in de struik? Zing liedjes over de dieren in het boek: poesje mauw, kom eens gauw, … visje visje in het water, visje visje in de kom, … Heb je speelgoeddiertjes of vingerpopjes van dieren? Gebruik ze terwijl je zingt.
Laat ze dansen in je handen, of huppelen op de armen en benen van je peuter terwijl je zingt.
Speel ook een kiekeboe-spelletje met een doek: leg telkens een ander diertje onder de doek en laat je peuter de doek wegtrekken. Benoem het dier en maak het geluid dat het dier maakt.
